Hoofdstuk 12. Juist meten is preciezer weten

NB: paragraaf 12.3 is gewijzigd, zie errata en aanvullingen. De vragen hieronder zijn gebaseerd op deze gewijzigde versie.

Sleep de juiste omschrijving naar de juiste term:


Dat wat men wil meten

Meetbare informatie, meestal uitgedrukt in cijfers en getallen

Dat wat wordt gemeten

Het meetbaar maken van dat wat men wil meten

Informatie die rijk aan betekenis is

Kwalitatieve informatie
Kwantitatieve informatie
Begrip-zoals-bedoeld
Operationaliseren
Begrip-zoals-gemeten


Sleep de juiste omschrijving naar het juiste begrip:


De mate waarin een observatie of meting door oordeel, interpretatie, normen, waarden, enzovoort van de observeerder wordt ingekleurd

Een middel dat gebruikt wordt om de grootte van een bepaald begrip (of onderdeel daarvan) in cijfers of getallen uit te drukken

Degene die een vragenlijst invult of een test doet

Een observatie of meting die vrij is van de interpretatie door degene die zo’n observatie of meting doet

Onderzoek waar maar één onderzoeksobject wordt onderzocht

Meetinstrument
Respondent
N=1-onderzoek
Objectiviteit
Subjectiviteit


Sleep de juiste definitie naar het juiste begrip:


De gemiddelde onnauwkeurigheid van een individuele score

Het vergelijken van de metingen van een instrument met die van een ander instrument waarvan men weet dat het betrouwbaar is, om een eventuele correctie op de score toe te passen

Een meetfout die consequent optreedt bij elke meting

De grootte van het verschil tussen de gevonden score en de daadwerkelijke score van het begrip-zoals-gemeten

Een meetfout die wisselt bij elke meting

Meetfout
Systematische meetfout
Kalibreren
Toevallige meetfout
Standaardmeetfout


Sleep de juiste omschrijving naar de juiste term:


De mate waarin de gevonden scores bij verschillende afnamen van hetzelfde instrument telkens door verschillende onderzoekers bij dezelfde cliënten onder gelijke omstandigheden hetzelfde zijn

Mate waarin het meetinstrument steeds dezelfde resultaten geeft onder dezelfde condities

De mate waarin de gevonden scores bij herhaalde afname van hetzelfde instrument onder dezelfde omstandigheden bij dezelfde respondenten hetzelfde zijn

Betrouwbaarheid
Test-hertestbetrouwbaarheid
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid


Bij een test wordt een test-hertestbetrouwbaarheid gerapporteerd van 0,9. Wat kun je hieruit concluderen?




Sleep de juiste definitie naar het juiste begrip:


In hoeverre op het eerste gezicht het begrip-zoals-gemeten een goede afspiegeling is van het begrip-zoals-bedoeld

De mate waarin dat wat wordt gemeten, representatief is voor (het volledige spectrum van) wat het begrip-zoals-bedoeld inhoudt

De mate waarin dat wat wordt gemeten, overeenkomt met de beschrijving van het begrip-zoals-bedoeld

De mate waarin een gevonden score in staat is te onderscheiden tussen verschillende categorieën of een goede voorspeller is voor bepaald gedrag

De mate waarin men meet wat men wil meten, oftewel hoe goed het begrip-zoals-bedoeld wordt gemeten

Validiteit
Indruksvaliditeit
Begripsvaliditeit of constructvaliditeit
Inhoudsvaliditeit of steekproefvaliditeit
Predictieve validiteit of criteriumvaliditeit


Welke van de onderstaande vormen van validiteit zijn onderdeel van de constructvaliditeit?



Wat is Cronbachs alpha?




Er wordt voor een schaal op een test een Cronbachs alpha gerapporteerd van 0,8. Wat zou het oordeel over de interne consistentie van die schaal moeten zijn?



Een test heeft een goede begripsvaliditeit, maar de criteriumvaliditeit is onvoldoende. Zou je deze test mogen gebruiken?



Stel, je geeft een cliënt een vragenlijst over agressieve gedragingen. Je cliënt wil zich echter beter voordoen dan hij is en geeft dus sociaal wenselijke antwoorden. Welke van de volgende eigenschappen van de testafname wordt daarmee aangetast?



Sleep het juiste kenmerk naar het juiste meetniveau:


Een cijfermatige meting waarin de afstand tussen opeenvolgende cijfers telkens eenzelfde verschil vertegenwoordigt, met een natuurlijk nulpunt

Een categoriale meting waarin geen natuurlijke ordening in de categorieën te ontdekken is

Een cijfermatige meting waarin de afstand tussen de opeenvolgende cijfers telkens eenzelfde verschil vertegenwoordigt. Er is echter geen natuurlijk nulpunt

Een categoriale meting waarin een logische ordening in de categorieën gemaakt kan worden

Een antwoordschaal waarin wordt verondersteld dat antwoordcategorieën gelijkmatig over een continuüm tussen twee extremen is verdeeld

Nominaal meetniveau
Ordinaal meetniveau
Intervalmeetniveau
Ratiomeetniveau
Likertschaal


Sleep elke meeteenheid naar het juiste meetniveau:


Inkomen

Graden Celcius

Nationaliteit

Socio-economische status

Nominaal meetniveau
Ordinaal meetniveau
Intervalmeetniveau
Ratiomeetniveau


Sleep de juiste definitie naar het juiste begrip:


De meeste verschijnselen in de natuur (en ook menselijke eigenschappen, zoals intelligentie) hebben een klokvormige verdeling rond een gemiddelde

Een grafische voorstelling van de spreiding van de scores op een bepaalde eigenschap. De mogelijke scores worden op de horizontale as aangegeven en het (relatieve) aantal cliënten met deze score op de verticale as

Een normale verdeling, waarbij de horizontale as is vertaald naar het aantal standaarddeviaties dat een score is verwijderd van de gemiddelde score

Geeft aan hoe ver alle scores in een steekproef Zie gemiddeld verwijderd zijn van de gemiddelde score

Verdeling
Normale verdeling
Standaarddeviatie
Standaardverdeling


Sleep de juiste omschrijving naar het juiste type score:


Een normale verdeling, opgedeeld in negen categorieën, waarin de grenzen van elke score even ver van elkaar zijn verwijderd

Het aantal standaarddeviaties dat een gevonden score verwijderd is van het gemiddelde

Een verdeling, opgedeeld in honderd categorieën, waaronder per categorie 1% van de proefpersonen valt

Een score gebaseerd op een normale verdeling met een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van 15

Een score gebaseerd op een normale verdeling met een gemiddelde van 50 en een standaarddeviatie van 10

IQ-score
T-score
Z-score
Stanine
Percentielscore/centiel


Ongeveer hoeveel procent van de bevolking heeft een IQ tussen 85 en 115?



Ongeveer hoeveel procent van de bevolking heeft een IQ boven de 130?



Jan scoort in stanine 5 op een prestatietoets. De prestatie van Jan is daarmee:



Elma scoort in de 95e percentiel op rekenen. Wat betekent dit?



Wat is een normgroep?